36. Waar ontspanning begint met een stap

Deel I | 0 Reacties

Ik was inmiddels een jaar als zelfstandige aan het werk. En hoe. Soms zes, zeven dagen achter elkaar. Twaalf diensten op rij voelde niet eens meer gek. Ik draaide gewoon door, dag na dag. Werken gaf me structuur, ritme, houvast. Het hield me onder de mensen, en het gaf richting aan mijn dagen. Maar ergens onderweg was ook iets anders gegroeid: de drang om er weer even tussenuit te gaan. Ver weg, lang, warm. En ik had ervoor gewerkt. Elke overuur, elke dienst — het zat allemaal in mijn reispot.

Ik geef niet veel uit aan spullen of luxe. Geen dure kleding, geen nieuwe gadgets. Mijn geld gaat naar mijn reizen. Want dat is waar ik echt van oplaad. Dus besloot ik mezelf, net als eerder in Mexico, een all inclusive te gunnen. Gewoon even alles geregeld. Geen keuzes, geen to-do’s, alleen zon, rust en zorgeloosheid. Egypte werd het. Hurghada, aan de Rode Zee. Een plek waar het zand droog is, de zee helder, en waar de tijd net iets langzamer lijkt te tikken.


Ik had behoefte aan ontspanning, maar niet aan stilstand. Voor mij werkt het niet om dagenlang niets te doen. Ik laad pas echt op als ik beweeg, iets onderneem, en daarna pas de rust pak. Die balans tussen inspanning en ontspanning is voor mij essentieel. Dus koos ik ook deze keer weer voor die afwisseling. Tussen het luieren door had ik van alles gepland. Niet omdat het moest, maar omdat ik voelde dat ik daar beter van werd.

Ik maakte een boottocht over de Rode Zee. De zon was fel, de lucht strakblauw en het water kalm. Terwijl we over het water gleden, doken er plots dolfijnen op naast de boot. Een groep van zeker tien zwom mee, speels en vrij. Dat soort momenten kun je niet bedenken. Je voelt ze. Er is geen prestatie, geen doel, alleen het pure geluk van dat ogenblik.

We legden aan bij Giftun Island, een plek die bijna te perfect leek om echt te zijn. Helder turquoise water, wit zand, palmbomen en een rust die je overviel zodra je je voeten in het zand zette. Ik heb daar rondgelopen, gezwommen, gelegen, gekeken. Niet met een checklist, maar met aandacht. Gewoon even zijn, op een plek waar niets hoeft.

Een dag later ging ik nog een stap verder: met een onderzeeër 25 meter de diepte in. Onder water is een andere wereld. Koraal in felle kleuren, vissen die bewegen alsof ze dansen, en een stilte die dieper klinkt dan boven water ooit mogelijk is. Daar, onder het oppervlak, voelde ik weer hoe belangrijk het is om af en toe stil te worden. Om te kijken zonder te zoeken, te ervaren zonder te analyseren.

En alsof dat contrast nog niet groot genoeg was, reed ik daarna op een kameel door het zand. Traag, wiegend, in het ritme van het dier. De zon brandde zacht, de wereld gleed voorbij in langzame bewegingen. Het had iets oers, iets puurs. Geen haast, geen prikkels, alleen ademhalen en meegaan in het tempo van het moment. Dat is voor mij de essentie van reizen. Niet volplannen, maar voelen wat past. Iets doen waar je hart sneller van klopt, en daarna niets hoeven. Een ervaring opzuigen, en dan uitblazen in de zon. Die balans houdt me scherp én zacht. Precies daar zit mijn rust. Niet in het ene of het andere, maar in het wisselen tussen beide.

“Rust vind ik niet in stilstaan, maar in het wisselen tussen bewegen en ademen.”

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *