44. Tussen lichtjes en rust

Deel I | 0 Reacties

Valletta in december voelde als een warme jas in de regen. Ik was er met een goede vriendin, een paar dagen weg van alles, en dat was precies wat ik nodig had. De stad was prachtig versierd: lichtjes in kronkelende steegjes, kerstbomen op de pleinen, muziek uit kleine luidsprekers aan de gevels. Soms regende het zacht, maar het was niet koud. Er hing een soort gemoedelijke rust in de lucht, alsof de stad zelf ook even pauze had genomen. Wat me opviel was hoe Engels alles aanvoelde. Ze reden links, de gebouwen ademde een Britse stijl — logisch, met de koloniale geschiedenis van het eiland. Het voelde vertrouwd én vreemd tegelijk.

We liepen langs de kust, waar de zee in lange, krachtige slagen tegen de rotsen sloeg. Urenlang kon ik daar staan, kijkend naar dat eindeloze water. Iets aan die beweging kalmeert me altijd. Alsof de zee tegen me zegt: alles gaat voorbij, maar alles komt ook weer terug.

Ik had meerdere dagtochten geboekt. Dat doe ik vaker: veel zien, veel opslaan, alles uit een reis halen. Eén van die tochten bracht me naar een spectaculaire klif. Rotsen die loodrecht uit de zee omhoogstaken, met een panorama dat voelde alsof de wereld even stilstond. Twee dagen later ging ik opnieuw — per toeval weer die kant op, maar nu met een andere gids. Toen hij vroeg of ik hier eerder was geweest, zei ik van niet. Niet uit onwaarheid, maar omdat ik het echt zo wilde beleven: opnieuw, fris, zonder vergelijking. Soms hoef je niet te zeggen dat je iets al kent. Je hoeft het alleen maar opnieuw te voelen.

De kerstmarkt in de stad was klein maar sfeervol. En hoewel ik niets met kerst heb, vond ik het mooi. Misschien juist omdat het niet zo groots was. Niet zo geforceerd. Geen familie-etentjes of verplichte cadeaus. Gewoon mensen die ronddwalen, lachen, iets warms drinken. Ik heb altijd moeite gehad met feestdagen. Die ene dag waarop je per se samen hoort te zijn, vrolijk moet zijn, alsof het leven zich in een keurslijf laat dwingen. Maar ik geloof daar niet in. Ik vier het leven liever op mijn manier. Geen oud en nieuw-feesten. Geen kerstversieringen thuis. Ik vier de momenten die ik zelf kies. De mijlpalen die ik behaal. De stappen die ik zet — groot of klein. En als het even niet hoeft, dan hoeft het niet.

In Malta voelde ik me ontspannen. Niet alleen omdat ik weg was van werk of verplichtingen. Maar omdat ik even nergens naartoe hoefde. Ik hoefde niets te overdenken, niets op te lossen. Ik was gewoon daar. In een stad aan zee. Met lichtjes boven mijn hoofd en een horizon die nergens heen hoefde. Misschien is dat de grootste luxe die je jezelf kunt geven: ergens zijn zonder haast. Zonder doel. Gewoon zijn.

“Misschien is dat de grootste luxe die je jezelf kunt geven: ergens zijn zonder haast. Zonder doel. Gewoon zijn.”

Valletta was geen stad waar ik een heel hoofdstuk over verwachtte. Maar uiteindelijk gaf het me precies wat ik niet wist dat ik nodig had. Stilte. Vertraging. En het besef dat zelfs het vertrouwde verrassend kan zijn, als je het toelaat alsof het de eerste keer is.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *