40. Toch nog een trofee

Deel I | 0 Reacties

Sommige landen voelen als een bijzin in een atlas. Je komt ze tegen, maar loopt er net zo makkelijk aan voorbij. Moldavië was voor mij zo’n land. Niet per se een droombestemming, wel een openstaand vakje op mijn lijstje. En omdat ik álle landen van Europa wil zien, moest ook Chişinău eraan geloven. Jarenlang vond ik geen goede vlucht. Tot ik ineens een verbinding zag via Wenen — met anderhalf uur overstaptijd. Spannend: mijn eerste keer met overstap. Maar ik haalde het prima. En daar stond ik dan. In Moldavië.

Chişinău is klein, overzichtelijk en, eerlijk gezegd, niet de stad waar je drie dagen vol verwondering doorheen dwaalt. Na een paar uur had ik het meeste wel gezien. En toch… het had iets. Iets charmants. Iets rustigs. Buiten de stad vond ik een prachtig park met een groot meer. De zon scheen, mensen lachten zacht, en ik liep ontspannen een rondje. Soms is dat alles wat je nodig hebt.

Zoals bij elke reis wilde ik een aandenken. Iets kleins. Een polsbandje, een sleutelhanger — mijn vaste ritueel. Zie het als een trofee voor het afronden van weer een nieuw land. Maar in Chişinău? Nergens te vinden. Echt nergens. Ik heb serieus elke souvenirwinkel afgezocht. Meerdere keren zelfs. Misschien ben ik daarin een beetje autistisch. Als ik me eenmaal iets heb voorgenomen, dan laat ik het niet los. Trouwens, er is iets met die kleine souvenirwinkels. Als er niemand binnen is, durf ik soms niet naar binnen te stappen. Dan ben je meteen de enige, en hangt die verkoper daar verwachtingsvol achter de toonbank. Maar nu had ik een missie. Dus ik ging. Elke keer weer. Ook al waren ze leeg. Ook al voelde het ongemakkelijk. Ik hoopte, zocht, bleef zoeken — maar zonder resultaat.

Uiteindelijk kocht ik dan maar een magneet. Niet wat ik zocht, maar hij had wel de naam van de stad erop, én wat bezienswaardigheden. En weet je? Ook die kreeg gewoon een mooi plekje. Want het gaat niet om het object zelf, maar om wat het vertegenwoordigt.

“Het gaat niet om het souvenir zelf, maar om de aandacht waarmee ik elk hoofdstuk afrond.”

De terugweg was ook nog een avontuur. Mijn vlucht naar Wenen had vertraging, waardoor ik ineens minder dan een halfuur overstaptijd had. Toen we eindelijk landden, sprintte ik het vliegtuig uit en volgde blind de bordjes. Dom natuurlijk. In mijn haast liep ik richting ‘exit’ en stond even later bij de bagagebanden. Geen tijd meer voor twijfel. Ik gokte: Terminal 1 of 3? Het werd 1. Vlak voor de douane ontdekte ik nog een flesje drinken in mijn tas. Snel een paar grote slokken, ik verslikte me zowat. Bij de douane stond een lange rij, maar op wonderlijke wijze gebaarde een medewerker bij een nieuwe rij. Ik mocht zó door. Binnen no-time stond ik bij de gate. Klaar, bezweet, lichtelijk buiten adem. Wat denk je? Twee uur vertraging.

Misschien zegt het iets over mij, die drang naar volledigheid. Dat ik niet zomaar op reis ga, maar pas écht tevreden ben als ik ook een klein aandenken heb — het liefst precies zoals ik het in mijn hoofd had. Alsof ik daarmee wil bevestigen: ja, ik ben hier geweest, en ja, ik rond dit af. Het gaat niet om dat bandje of die magneet. Het gaat om het gevoel dat alles klopt. Dat ik niets heb gemist. Dat ik, hoe klein het ook is, iets tastbaars heb om dit stukje van mijn reis — van mijn leven — vast te houden. Soms is dat vermoeiend. Soms levert het vertraging op, letterlijk of figuurlijk. Maar het hoort bij me. En ik begin het steeds meer te omarmen. Want volledigheid gaat voor mij niet over perfectie. Het gaat over aandacht. Over niet zomaar ergens zijn, maar er bewust voor kiezen. Over elk hoofdstuk afronden voordat ik aan het volgende begin. En soms betekent dat: tien souvenirwinkels afgaan voor een sleutelhanger die er niet is. En dan alsnog blij zijn met een magneet. Zo groeit mijn verzameling. Niet van spullen, maar van stappen. En elke stap telt. Juist omdat ik hem zélf heb gezet.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *