Voor het eerst in lange tijd ga ik een maand niet op reis. Het klinkt bijna vreemd om dat zo op te schrijven, alsof niet reizen een bewuste keuze is, terwijl het eigenlijk vanzelf zou moeten gaan. Maar ik merk dat ik moet bijkomen. Mijn energie is op, en ik wil mezelf de ruimte geven om weer zin te krijgen in wat straks komt. Over twee maanden ga ik weer op reis, naar Rome en Vaticaanstad. En ik wil er dan met hetzelfde enthousiasme in staan als altijd.
De afgelopen maanden heb ik vooral gewerkt of gereisd. Ik werk inmiddels een paar maanden in een forensisch psychiatrische kliniek, op een afdeling met mensen met TBS-voorwaarden. Het is een van de leukste plekken waar ik ooit heb gewerkt: met fijne collega’s en patiënten. Ik ben niet iemand die alleen op één afdeling kan werken, dus ik draai geregeld diensten op andere afdelingen. Het geeft me energie om nieuwe mensen te leren kennen; inmiddels ken ik bijna iedereen. Als mijn rooster uitkomt, vraag ik vaak nog drie tot vijf extra diensten aan, niet alleen omdat ik het leuk vind, maar ook om uren in te halen voor mijn reizen. Vrije dagen thuis waren er nauwelijks. Het was óf werken, óf onderweg zijn. En nu merk ik dat ik tijd voor mezelf nodig heb. Misschien moest deze maand zonder reis er gewoon even zijn. Vroeger zou ik zonder nadenken zijn doorgegaan. Maar juist door even niet te reizen, laat ik zien dat ik óók hierin gegroeid ben: ik kies niet voor het volle schema, maar voor mezelf.
Begrijp me niet verkeerd: Ierland was prachtig. De kliffen, het ruige landschap, de lange wandelingen langs de zee – precies zoals ik had gehoopt. En toch voelde het anders deze keer. Natuurlijk heb ik genoten, maar ik merkte dat ik meer op routine reisde dan op verwondering. Alsof mijn voeten gingen waar ze moesten gaan, maar mijn hoofd er niet altijd bij was. Het vuur dat ooit zo fel brandde, lijkt wat gedoofd. Om dat weer te voelen, moet ik juist even níet onderweg zijn.
“Alsof mijn voeten gingen waar ze moesten gaan, maar mijn hoofd er niet altijd bij was.”
De komende weken wil ik daarom tijd nemen voor mezelf. Mijn huis opknappen. Blijven sporten. Alle hoofdstukken van mijn boek op mijn website zetten. En soms gewoon even helemaal niets doen. Ik maak geen strak schema; het gaat niet om moeten. Misschien blader ik door oude reisfoto’s, misschien droom ik alvast over nieuwe bestemmingen, of misschien laat ik het even helemaal los. Want soms zit de voorpret niet in plannen, maar in het missen zelf.
Over twee maanden ga ik weer. Rome wacht. En ik wil daar niet aankomen als iemand die een stad bezoekt, maar als iemand die haar voelt – elke straat, elk plein, elke ademteug geschiedenis. Daar wil je niet alleen zijn met een camera, daar wil je met je hele ziel staan.





					
0 reacties