Inmiddels sport ik gemiddeld vijf dagen per week. Het heeft jaren geduurd om dat punt te bereiken en het écht in mijn structuur te krijgen. Vroeger had ik weleens geen zin, of een bijzonder overtuigend excuus om niet te gaan. Inmiddels zit het zó in mijn systeem dat het voelt als iets basaals — alsof ik net zo goed zou kunnen zeggen: sporten is voor mij hetzelfde als eten.
Om mezelf gemotiveerd te houden, heb ik een eigen methode ontwikkeld. In een notitie staan alle dagen van de week, elk met een wit bolletje erachter. Het doel: minimaal vijf van die bolletjes groen kleuren. Elke week weer. Een simpele maar doeltreffende manier om mezelf scherp te houden. En natuurlijk wil ik mijn eigen bingokaart het liefst volledig vol zien.
Soms lukt het niet. Reizen gooit nog weleens roet in het eten — of nou ja, in het sporten. Dan baal ik. Maar tegelijk is een reis óók iets moois. En ik ben niet iemand die op reis de hele dag stil ligt in de zon. Integendeel. Mijn herstel is actief.
Nu ik dit typ, zit ik op Schiphol. Ik wacht op mijn vlucht naar Dublin. Normaal gesproken kom ik met de trein zo’n halfuur voor het boarden aan, maar vandaag liep alles in het honderd: vertraging, werkzaamheden op de weg, OV-chaos. Uiteindelijk heeft mijn vader me gebracht — en zo stond ik, ondanks alle gedoe, ruim twee uur te vroeg op het vliegveld. Dus zit ik hier nu, met een cappuccino naast me, te typen. Actief herstel, maar dan even zittend.
“Mijn hoofd komt tot rust als mijn voeten bewegen.”
Ik ben onderweg naar Ierland. En zoals altijd tijdens mijn reizen, ben ik van plan om veel te wandelen. Waar sporten me fysiek uitdaagt, helpt wandelen me juist om te herstellen. Niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal. Mijn hoofd komt tot rust als mijn voeten bewegen. Gemiddeld ben ik zo’n acht á tien uur per dag in beweging — wandelend door steden, langs kustlijnen, over kliffen of gewoon dwalend door onbekende straten en natuurgebieden. In Dublin zelf zal ik misschien niet alles meepakken — Temple Bar en een Guinness moeten even genoeg zijn — want mijn echte plan begint pas daarna. Vanuit Dublin wil ik het land in trekken.
Op het programma staat onder andere een hike langs de ruige kliffen aan zee. Dat uitzicht, die diepe groentinten en de woeste oceaan — jaren geleden vond ik het al magisch, en ik kijk er nu alweer maanden naar uit. Lange wandelingen, momenten van stilte met alleen het uitzicht als gezelschap, en natuurlijk veel foto’s maken. Daarnaast wil ik nog een paar Ierse stadjes bezoeken, zoals Galway, Glendalough en Kilkenny. Ook staat er een georganiseerde tocht door de Wicklow Mountains op de planning, dwars door het landschap dat Ierland zijn mystieke karakter geeft.
Een sportweek wordt het dus zeker — alleen even zonder sportschool. Mijn vlucht wacht. Herstel in beweging dus — ook als het begint met een sprint naar gate H3.






0 reacties