Eindelijk zat mijn reeks nachtdiensten erop. Ik was moe, maar opgelucht. Nog één dag, dan vloog ik naar Spanje. Málaga was de bestemming. Het plan was simpel: een paar uurtjes slapen, vroeg opstaan, tas mee, vliegtuig in. Met het raampje open en muziek aan reed ik naar huis. De lucht was nog donker, maar mijn hoofd was al bij de zon. Soms is het vermoeiend om na een nachtdienst nog terug te moeten rijden, als je lijf alleen maar wil liggen. Maar ik was er bijna. Nog even.
Thuis wilde ik meteen mijn bed in duiken, maar ik besloot eerst alvast in te checken. Gewoon, dan was dat geregeld. Laptop open, mail openen, klikken. Maar toen verscheen er een melding op mijn scherm: “Uw vlucht is al gevlogen.” Ik staarde ernaar. Vast een fout. Of ik was zó moe dat ik het verkeerd las. Ik vernieuwde de pagina. Weer dezelfde melding. “Uw vlucht is al gevlogen.” Snel scrolde ik door mijn mail. Shit. Vandaag. Ik had de verkeerde dag aangeklikt.
De ironie was pijnlijk grappig. Ik had alles gepland en gestructureerd, maar ergens vergeten wanneer ‘morgen’ begon. Niet als metafoor – letterlijk. Alsof mijn hoofd een vlucht later had geboekt dan mijn ticket.
Laptop dicht. Geen vlucht vandaag. Misschien precies op tijd om iets anders te zien. Even dacht ik: laat maar. Dan ga ik niet. Maar een paar minuten later opende ik mijn laptop toch weer. Er ging een middagvlucht. Zou ik dat redden? Douchen, hotel regelen, tas inpakken – ja, dat moest lukken. Ik klikte op ‘boeken’. Later dan gepland, maar eerder dan verwacht was ik alsnog op weg naar Málaga.
“Later dan gepland, maar eerder dan verwacht was ik alsnog op weg naar Málaga.”
Mijn hotel bleek een schot in de roos: een schitterende kamer met balkon midden in het centrum. Soms mag ik mezelf verwennen. Die avond dook ik vroeg mijn bed in – ik had tenslotte nog steeds niet geslapen. Eigenlijk kwam het perfect uit. Als ik de volgende ochtend was vertrokken, had ik pas in de middag de stad kunnen ontdekken. Nu kon ik vroeg opstaan en fris beginnen.
De volgende dag voelde als een cadeautje. Málaga straalde warmte en levendigheid uit. De zon brandde fel en de lucht was strakblauw. De smalle straatjes kronkelden tussen pastelkleurige gebouwen, overal rook je versgebakken brood en de geur van tapas. Op de pleinen zaten mensen in de schaduw van sinaasappelbomen, glazen wijn en bordjes jamón voor zich. Het strand lag op loopafstand en lonkte met zijn goudgele zand en glinsterende zee. Het was een stad die alles in zich had: ontspanning, gezelligheid en energie. Precies wat ik nodig had.
Toch hield iets luchtigs me bezig. Een gedachte die al maanden in mijn achterhoofd speelde: telt Gibraltar eigenlijk als een land? Technisch gezien Brits grondgebied, maar met een flinke mate van autonomie. Een soort land-light. Ik besloot een dagtocht te plannen, al was het maar om dat vraagstuk zelf te ervaren.
De busrit ernaartoe was op zich al een avontuur. Eerst de grens over: iedereen de bus uit, paspoort tonen, door de poortjes. En dan meteen dat herkenbare beeld – de rots van Gibraltar die statig boven alles uittorent. We reden omhoog en halverwege bezochten we een grot, waar een spectaculaire lichtshow de wanden deed oplichten. Nog hogerop strekte het uitzicht zich uit over de stad, de zee en in de verte zelfs een glimp van Afrika.
Het meest memorabel waren de apen. Ze lagen lui langs de weg, plukten wat uit elkaars vacht of keken verveeld naar de toeristen die foto’s maakten. Sommige sprongen baldadig op een railing of snuffelden nieuwsgierig aan een tas, maar de meesten lieten zich niet uit hun rust halen. Alsof ze wilden zeggen: “Welkom, maar dit is ónze rots.”
Ook het centrum verraste. Een lange winkelstraat met Britse pubs, rode telefooncellen en winkels die je eerder in Londen zou verwachten dan hier in de zon. Het voelde alsof Engeland een stukje vakantie had meegenomen naar Zuid-Europa.
En natuurlijk hield ik mijn eigen traditie in ere. Elke keer als ik een land bezoek en terug op het vliegveld kom, zet ik Rockin’ All Over the World van Status Quo op. Gibraltar telde ik officieel niet mee, maar ik vond dat ik voor deze 53 + 1 best een uitzondering mocht maken. Want eerlijk: met de zon, de apen en een Engelse pub in Spanje voelde het toch een beetje als een nieuw land – of in elk geval als een heel goed extraatje.





					
0 reacties