Mijn website staat inmiddels bijna twee maanden online. Toch weet ik nog precies hoe zenuwachtig ik was op die ochtend van de lancering. Aan het eind van mijn nachtdienst, iets voor zeven uur, besloot ik het gewoon te doen: ik zette de link in mijn WhatsApp-status, met een QR-code naar de Instagram-pagina erbij. Toen ik thuiskwam, viel ik even in slaap — half opgelucht, half gespannen over wat ik had gedaan. Een paar uur later, toen ik mijn telefoon pakte, zag ik het: berichtjes, reacties, complimenten. Mensen die het leuk vonden om te lezen, die verrast waren of lieten weten dat ze al veel verhalen hadden bekeken. Dat had ik nooit verwacht.
Wat ik vooraf spannend vond – hoe mensen zouden reageren, of het niet te persoonlijk was – bleek juist mijn kracht te zijn. De reacties voelden oprecht en warm. Het gaf me een gevoel van richting, alsof ik iets gevonden had wat niet alleen bij mij hoorde, maar ook iets kon betekenen voor anderen. Dat besef gaf rust en zelfvertrouwen: ik hoefde niet langer te doen alsof ik alles wist of perfect moest zijn. Juist het eerlijke, het gewone, maakte het echt.
En dat werkte aanstekelijk. Ik begon nieuwe reisjes te plannen, want meer reizen betekende meer verhalen, meer groei. Het schrijven werd een soort therapie, maar ook een kompas. Door mijn gedachten op papier te zetten, kreeg ik overzicht. Wat eerst een verzameling losse indrukken en gevoelens was, werd iets wat ik kon plaatsen en begrijpen. Het bracht me niet alleen dichter bij mijn herinneringen, maar vooral bij mezelf.
Toch liep ik tegen iets aan wat ik niet had voorzien. Ik had besloten om Instagram te gebruiken om mijn verhalen te delen, terwijl ik juist jaren geleden al mijn social media had verwijderd. Toen voelde dat bevrijdend — geen drang om alles te volgen, geen eindeloos scrollen. Maar zodra ik de app opnieuw installeerde, zat ik er weer middenin. Ik betrapte mezelf erop dat ik bleef kijken, bleef vergelijken, bleef hangen. Precies de valkuil waar ik destijds afscheid van had genomen.
Na een week trok ik aan de bel bij mezelf. Dit was niet de bedoeling. Ik sprak een simpele regel af: ik mag alleen iets plaatsen, niet eindeloos rondkijken. Voor de zekerheid zette ik een timer op de app. Dat werkte. De rust keerde terug, en ik kon weer doen waar het eigenlijk om ging: creëren in plaats van consumeren.
De komende tijd wil ik die lijn vasthouden. Eerst de website verder verfijnen en Instagram goed vullen met verhalen — hoofdstukken die samen een beeld vormen van mijn reizen en groei. Daarna wil ik mijn verhalen inspreken en delen op YouTube. Niet om gezien te worden, maar om te verbinden. Als kind maakte ik al kleine verslagen van landen waar ik over droomde. Kaarten, vlaggen, feitjes — het zat toen al in me, alleen ben ik het gaandeweg kwijtgeraakt. Nu voel ik dat het terug is, maar anders. Rustiger. Eerlijker. Niet meer om iets te bereiken, maar om te delen wat er al is.
Ik dacht dat ik een website maakte om verhalen te delen. Maar eigenlijk deelde ik verhalen om mezelf terug te vinden. En nu ik er weer ben, weet ik: er komt nog veel moois aan — niet alleen voor mij, maar ook voor wie een stukje met me meereist.
					
0 reacties